Orgelconcert Diederik Blankesteijn
Dinsdag 15 augustus | Aanvang 20.00 uur | Toegang gratis
Programma1. Matthias Weckmann (1621-1674)
Magnificat II. Toni (vier variaties) 2. Johann Sebastian Bach (1685-1750) a) Fantasie in G (BWV 572, "Pièce d'Orgue")
b) 'Meine Seele erhebt den Herrn' (BWV 648) c) 'Suscepit Israel' (BWV 243) Uit: het Magnificat. Bewerking Diederik Blankesteijn d) Fuga sopra il Magnificat (BWV 733) e) Koraalaria 'Der Gott, der mir hat versprochen' (BWV 13/3) Bewerking Peter Baekgaard f) 'O Mensch, bewein dein Sünde gross' (BWV 622) g) Prelude en fuga in a (BWV 543) 3. Bert Matter (*1937) Psalm 65 'De stilte zingt u toe, o Here' 4. Adriaan Cornelis Schuurman (1904-1998) Toccata, trio en fuga over Psalm 150
|
ToelichtingHet eerste deel van Diederik Blankesteijns concert staat in het teken van Maria-Tenhemelopneming. Dit Rooms-katholieke feest wordt op 15 augustus gevierd. Daarom is het Magnificat, de Lofzang van Maria, een belangrijk thema voor zijn concert. Hij opent met 'Magnificat II. Toni' van de Duitse barokcomponist Matthias Weckmann (1621-1674). Het zijn vier variaties met elk een eigen karakter.
Dan aandacht voor Johann Sebastian Bach (1685-1750). Na de 'Fantasie in G', beter bekend als 'Pièce d'Orgue' (BWV 572), klinken drie werken over het Magnificat. Eerst 'Meine Seele erhebt den Herrn' uit de cantate BWV 10, door Bach zelf voor orgel bewerkt (BWV 648). Het komt uit de Schübler-Choräle. Dan een bewerking van Diederik Blankesteijn zelf, over 'Suscepit Israel' uit het Magnificat (BWV 243). Als laatste Magnificat-werk klinkt 'Fuga sopra il Magnificat' (BWV 733). In dit werk geeft Bach de eenvoudige melodie vrijwel direct een tegenstem, om er een interessant muziekstuk van te maken. Hierna een ander gedenkwaardig thema: het 250-jarig bestaan van de Psalmberijming van 1773. Diederik Blankesteijn heeft twee koraalwerken van Bach uitgekozen die gebaseerd zijn op een melodie uit het Geneefse Psalter. In 'Koraalaria 'Der Gott, der mir hat versprochen'' (BWV 13/3) klinkt de melodie van Psalm 42. Deze aria komt uit een cantate en is voor orgel bewerkt door Peter Baekgaard. In het bekende 'O Mensch, bewein dein Sünde gross' is de wijs van Psalm 68 te horen, door de rijke versieringen heen. De 'Prelude en fuga in a' (BWV 543) begint eenstemmig, met een neergaande melodielijn. De sfeer is melancholisch en onrustig. Het pedaal zet in met een orgelpunt (een noot die lang blijft liggen) waarbij de melodie op het klavier weer een stijgende lijn aanneemt. Dan komt een korte pedaalsolo en even later krijgt de prelude vrij plotseling een opgewekter karakter. De fuga heeft een heerlijk thema en eindigt na een krachtige pedaalsolo met een dramatische climax. Het slot is vrij abrupt: het werk sluit af met drie korte opeenvolgende akkoorden. Tot slot twee Psalmbewerkingen uit de 20e eeuw. 'Psalm 65' van Bert Matter (*1937) is een goed voorbeeld van minimal music. Met een paar noten, die vaak herhaald worden of zelfs continu blijven 'hangen' wordt een mystieke sfeer gecreëerd. Het is een uitbeelding van de tekst 'De stilte zingt u toe, o Here'. Het blijft niet bij stilte: het middendeel kent een crescendo waarin de hevigheid van de akkoorden toeneemt, maar net als het je allemaal te veel dreigt te worden, keert de stille en mystieke sfeer terug. 'Toccata, trio en fuga over Psalm 150' van Adriaan Cornelis Schuurman (1904-1998) heeft een licht-modern idioom. In de toccata is de Psalmmelodie duidelijk te horen. In de fuga klinken vooral 'flarden' van de koraalmelodie. Gaandeweg krijgt het slotdeel een meer symphonische sfeer. |
Orgelcommissie hervormde gemeente Nijkerk
Grote- of Sint Catharinakerk Holkerstraat 1 3861 CC Nijkerk [email protected] |