Orgelconcert Dorien Schouten
Dinsdag 19 juli | Aanvang 20.00 uur | Toegang gratis
ProgrammaWerken van Johann Sebastian Bach (1685-1750)
1. Dorische Toccata (BWV 538 a) 2. O Mensch, bewein dein Sünde gross (BWV 622) 3. Christ lag in Todesbanden (BWV 625) 4. Partita sopra 'O Gott, du frommer Gott' (BWV 767) Koraal met 8 variaties 5. Komm, Gott, Schöpfer, Heiliger Geist (BWV 667) 6. Wir glauben all an einen Gott (BWV 740) 7. 4 Duetto's (BWV 802-805)
8. Dorische Fuga (BWV 538 b) |
ToelichtingDorien Schouten pakt het programma in met de Toccata en Fuga in d (BWV 538). De Toccata klinkt als opening en de Fuga is het slot van dit concert. De Toccata is bekend met de bijnaam Dorische Toccata, vanwege de toonsoort d klein. Het karakter van deze toonsoort is streng en stoer.
De motieven buitelen over elkaar heen in dit levendige werk, waarin ook mooie dialogen tussen hoofd- en rugwerk een plaats krijgen. Hierna volgen twee koraalbewerkingen uit Bachs Orgelbüchlein. Allereerst O Mensch, bewein dein Sünda gross (BWV 622). De koraalmelodie trekt traag voorbij en is rijkelijk versierd. Het woord overpeinzing (van Christus' lijden) past goed bij deze bewerking. U kunt de melodie van Psalm 68 erin herkennen. Christ lag in Todesbanden (BWV 625) is de tweede koraalbewerking. Dit is een Paaslied dat zegt: Christus is voor onze zonden gestorven, maar Hij is opgestaan en bracht ons leven. Daarom zullen we God loven en dankbaar zijn. De Partita sopra "O Gott, du frommer Gott' (BWV 767) volgt de 9 coupletten van dit lied. Op verschillende manieren wordt het koraal gespeeld, telkens met een andere klankkleur en een ander karakter. Komm, Gott, Schöpfer, Heiliger Geist (BWV 667) is een Pinksterlied. In deze bewerking klinkt de melodie in de bovenstem. De middenstemmen zitten vol loopjes en figuren die het stuk een levendig karakter geven. De bas in het pedaal komt steeds op de derde tel; een verwijzing naar de Heilige Geest als 3e persoon van de drie-eenheid. Zo gaat er een koraal voorbij, waarna een soort tussenspel volgt. Dan komt een tweede koraal, met de melodie in het pedaal. Over Wir glauben all an einen Gott (BWV 740) bestaat twijfel of het wel echt van Bach is, of mogelijk van Krebs. In een rustig tempo trekt de koraalmelodie voorbij, "plechtig, op het stroperige af" schrijft de Nederlandse Bachvereniging. Het Duetto in e-moll heeft een raadselachtig en onstuimig karakter. Heel wat lichtvoetiger en vrolijker klinkt het Duetto in F-dur aanvankelijk. Al snel volgt een wending, want met wat harmonische oneffenheden krijgt dit Duetto een wat wrange klank. Toch keer aan het eind het oorspronkelijk, vrolijke thema terug. Het Duetto in G-dur heeft een dansant ritme. De toonsoort geeft het stuk meteen een opgewekte sfeer. Het vierde Duetto in a-moll heeft een wat klagend karakter. De zuchtende motieven ("Seufzers") dragen hier aan bij. Het slot is, zoals aan het begin reeds genoemd, de Fuga in d. De Fuga begint met een duidelijk thema, met lange lijnen. Na de pedaalinzet wordt het lijnenspel 'wolliger' en zijn de thema's lastiger te volgen. Gewoon de fraaie muziek over u heen laten komen kan natuurlijk ook! De Fuga eindigt met een onstuimig slot waarin een aantal duidelijke akkoorden neergezet wordt. Deze akkoorden verwijzen duidelijk naar de Toccata, waarmee de cirkel rond is. |
Orgelcommissie hervormde gemeente Nijkerk
Grote- of Sint Catharinakerk Holkerstraat 1 3861 CC Nijkerk [email protected] |